Een (ver) bouwproject is vrijwel nooit zonder risico’s. Vanuit de wet- en regelgeving is het nodig om het werk te monitoren. Met de monitoring van de omgeving worden de risico’s van het (ver) bouwproces beheersbaar gemaakt voor de omgeving en in het geval van claims. Het meten van trillingen door SOCOTEC gebeurt volgens de KOMO-beoordelingsrichtlijn BRL 5023 – “Het meten van trillingen” en de geluidmeters van SOCOTEC voldoen aan de eisen gesteld in de NEN-61672, Klasse 1.
Het voordeel van het monitoren van de omgeving is dat de aannemer risico gestuurd het werk kan uitvoeren. Daarnaast is deze data van groot belang voor de eventuele afwikkeling van schadeclaims.
Trillingsmeting
Bij vrijwel alle projecten worden werkzaamheden uitgevoerd waarbij trillingen vrijkomen. Ook zorgt zwaar transport voor nodige trillingen welke schade kunnen veroorzaken in de omgeving. De intensiteit van de trillingen zijn afhankelijk van verschillende factoren, zoals :
- Type werkzaamheden (heiwerkzaamheden, boorwerkzaamheden, sloopwerkzaamheden, bemaling etc.)
- Type transport en materieel (vrachtwagens, trilplaten, heimachines, sloopmaterieel etc.)
- Type ondergrond en infrastructuur (bodemopbouw en bodemgesteldheid, klinker- of asfaltverharding etc.)
- Afstand van de trillingsbron tot de belendingen en objecten in de omgeving
Neem contact op met
SOCOTEC voert haar trillingsmetingen uit conform de BRL 5023 beoordelingsrichtlijn. Het meten volgens KOMO-beoordelingsrichtlijn BRL 5023 – “Het meten van trillingen” betekent dat alle metingen conform de hoogste kwaliteitsnormen worden uitgevoerd. De apparatuur wordt jaarlijks gekalibreerd. Een derde officiële partij toetst en keurt de uitgevoerde metingen. Voor opdrachtgevers betekent dit zekerheid en een kwalitatief goed en betrouwbaar product.
Geluidsmeting
Tijdens binnenstedelijke bouwactiviteiten wordt de omgeving blootgesteld aan bouwgeluid. Dit geluid kan hinder veroorzaken bij de omgeving, denk aan woningen, scholen en bedrijven. In Nederland mag er gedurende een bepaalde periode maar een bepaald aantal decibellen aan bouwgeluid worden veroorzaakt. Ook staat er in het bouwbesluit aangegeven dat er een geluidsmeting moet worden uitgevoerd bij binnenstedelijke bouwactiviteiten.
SOCOTEC heeft geavanceerde geluidsmeters in bezit, die het geluidsniveau registreren. Deze meters voldoen aan de eisen gesteld in de NEN-61672, Klasse 1.
Onze metingen worden uitgevoerd conform de richtlijnen van de Circulaire Bouwlawaai 2010.
Deformatiemeting
Bij de meeste bouw- en-/of sloopprojecten bestaat een risico dat er zettingen optreden van belendingen en objecten in de omgeving, binnen het invloedsgebied van de werkzaamheden. Deze zettingen kunnen ontstaan door bijvoorbeeld de invloed van trillingen vanuit de werkzaamheden, ontgraving nabij bestaande belendingen of het toepassen van bemaling op de projectlocatie. Zettingen in de omgeving kunnen grote, negatieve gevolgen hebben zoals schade aan belendingen en objecten.
SOCOTEC heeft de mogelijkheid doormiddel van verschillende type deformatiemetingen de zettingen in de omgeving te monitoren. Zowel handmatig als continue.
Een hoogtemeting is een meting van de omliggende bebouwing en/of infrastructuur in de Z-richting ten opzichte van NAP. Vooraf aan het werk wordt een enkele of dubbele nulmeting uitgevoerd, die dient als uitgangswaarde. Hierdoor kunnen tijdens – of na afloop van – de werkzaamheden eventuele afwijkingen ten opzichte van dit nulpunt achterhaald worden door de meting te herhalen. Zo kan geconstateerd worden of er zettingen zijn opgetreden.
Tijdens werkzaamheden aan of nabij een kade, funderingsherstel, werkzaamheden nabij sporen of tijdens ontgravingen, bestaan er risico’s op zettingen. Om mogelijke vervormingen van deze objecten te monitoren kan SOCOTEC een XYZ-meting uitvoeren. Deze meting bestaat uit het plaatsen en inmeten van meetmerken (bijvoorbeeld stickers of prisma’s) aan de te monitoren panden/objecten. Vanuit een lokaal coördinatenstelsel of het landelijke coördinatenstelsel (Rijks Driehoek) worden de meetmerken door middel van een total station in een x-y-z-coördinaat ingemeten.
Voor meer geotechnisch gerelateerde monitoringsdiensten, omgeving-, bouwplaats- en grondwatermonitoring :
Inclinometing
Het komt regelmatig voor dat onze opdrachtgevers een project in uitvoering hebben waarbij een bouwkuip wordt gerealiseerd. In de meeste gevallen worden deze bouwkuipen vormgegeven door het aanbrengen van damwanden. Horizontale verplaatsingen en uitbuigingen van de damwand kunnen grote, negatieve gevolgen hebben voor de bouwkuip, maar ook voor de omgeving.
SOCOTEC voert de inclinometingen uit door een digitale inclinometer, via de inclinobuizen op diepte te brengen. Tot een diepte van 20 meter kunnen verplaatsen worden vastgesteld en geregistreerd.
Peilbuismeting
Bij veel projecten komt het voor dat onze opdrachtgevers grond moeten uitgraven en-/of grondwater moeten onttrekken (bemaling). Het is belangrijk dat het grondwaterpeil stabiel blijft, want bij teveel schommelingen kan dit nadelige gevolgen hebben voor de omgeving. Voorbeelden zijn verzakkingen, schimmels, opdrijving, schade en vervormingen van de fundering van een gebouw.
Een peilbuismeting kan worden verricht om de invloed van de toe te passen bemaling op de omgeving te controleren en te monitoren of om te controleren of de toegepaste wanden en horizontale bodemafsluiting op het diepste punt van de bouwkuip voldoende waterremmend zijn tijdens het onttrekken van het grondwater binnen de bouwkuip.
Onze meetsystemen
Handmatige scheurwijdtemeter
Door het uitvoeren van werkzaamheden waarbij trillingen vrijkomen, bestaat er een risico dat bestaande scheuren in- of aan woningen groter of wijder worden. Dit kan simpel gemonitord worden door het plaatsen van een scheurwijdtemeter. De expert constateert deze scheurvorming tijdens het uitvoeren van de bouwkundige opname en plaatst, in overleg met de opdrachtgever een scheurwijdtemeter over de scheur. Na het plaatsen van de scheurwijdtemeter zal er een foto worden gemaakt als 0-situatie. Bij eventuele vervolgopnames of klachten van de bewoners zullen wij de scheurvorming opnieuw beoordelen en aan de hand van een nieuwe foto het mogelijke verschil vaststellen. Deze data kan worden gebruikt bij het uitvoeren van een causaliteitsonderzoek.