Naast sondeer- en boortechnieken beschikt SOCOTEC ook over speciale (in situ) meettechnieken.
Field Vane Test (FVT)
De Field Vane Test (FVT) wordt uitgevoerd conform NEN-EN-ISO 22476-9 klasse 1 FVTa. SOCOTEC beschikt over een zogenaamde “protected version” van de FVT van A.P van den Berg. Het voordeel hiervan is dat relatief eenvoudig door tussenzandlagen heen kan worden gedrukt; er zijn dus geen boringen noodzakelijk indien tussenzandlagen in de ondergrond aanwezig zijn.
Het betreft een volledige digitale FVT, waarbij de torque wordt opgelegd en gemeten in de FVT zelf, en niet via stangen wordt overgebracht. Dit resulteert in de meest nauwkeurige meting.
Een FVT wordt gebruikt om in situ de ongedraineerde schuifsterkte van de ondergrond (silt, klei en veen) te bepalen. De ongedraineerde schuifsterkte van de ondergrond is van belang indien belastingen relatief snel moeten worden opgenomen.
Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld een waterkering die een hoogwatergolf moet keren, ophogingen voor een weglichaam, maar ook een kraanopstelplaats. Met name bij een kraanopstelplaats, met in de ondergrond silt-, klei- of veenlagen, is de ongedraineerde schuifsterkte van essentieel belang. Indien een ongedraineerd bezwijkmechanisme maatgevend is, is het oppervlak van het benodigde schottenplateau recht evenredig met de ongedraineerde schuifsterkte.
Een halvering van de ongedrianeerde schuiftsterkte betekent dus een verdubbeling van het oppervlak van de schotten en uiteraard omgekeerd! Problemen bij kraanopstelplaatsen ontstaan vaak doordat de ongedraineerde schuifsterkte op voorhand te optimistisch is ingeschat.
Neem contact op met
Hydraulic Profiling Tool (HPT)
De Hydraulic Profiling Tool (HPT) is een meetmethodiek om een continu relatief doorlatendheidsprofiel te genereren van de ondergrond.
Tijdens het sonderen met de HPT-sonde wordt water met een constant debiet via een cirkelvormig filter de grond in gepompt. Het debiet wordt hierbij zo constant mogelijk gehouden. De hiervoor benodigde (WISSELENDE) druk wordt gemeten (HPT- DRUK), evenals de elektrische geleidbaarheid. Tijdens de proef worden dissipatietesten (drukmeting in de tijd op hetzelfde niveau waarbij geen water wordt geïnfiltreerd) uitgevoerd om de hydrostatische druk op de proeflocatie te bepalen. De geregistreerde HPT- druk wordt gecorrigeerd voor deze hydrostatische druk. Deze gecorrigeerde HPT-druk is een indicatie van de relatieve doorlatendheid van de ondergrond.
Aan de hand van waterdoorlatendheidsmetingen op de locatie op verschillende dieptes, kan een inschatting worden gemaakt van de absolute waterdoorlatendheid, en kan het relatieve doorlatendheidsprofiel worden vertaald naar een absoluut waterdoorlatendheidsprofiel. De waterdoorlatendheidsmetingen kunnen bestaan uit een combinatie van beproefde technieken zoals slugtesten, single well proeven, pompproeven, doorlatendheidsproeven, korrelverdelingen, informatie uit Dinoloket etc.
De toepassingsgebieden zijn legio, namelijk overal waar inzicht is gewenst in de doorlatendheid van de ondergrond. Denk aan bemalingen, piping modellering bij waterkeringen, verspreiding van verontreinigingen, infiltratievoorzieningen etc.
Het voordeel van een HPT- sondering is dat continue informatie wordt verkregen over de volledige diepte waarover de HPT-sondering wordt uitgevoerd. Bij reguliere testen zoals een slugtest of korrelverdeling wordt énkel inzicht verkregen over de doorlatendheid op een bepaalde diepte (zeer lokaal dus). Bij een full-size pomproef wordt veelal informatie verkregen over de gemiddelde doorlatendheid van het totale watervoerende pakket (KD - WAARDE). Een HPT-sondering geeft inzicht in de verdeling van die gemiddelde doorlatendheid binnen dat watervoerende pakket.
Bij geohydrologische studies is het altijd van belang zoveel mogelijk informatie te verzamelen uit diverse bronnen, en die onderling te vergelijken / samen te voegen. Een HPT-sondering is hier een belangrijk onderdeel van en kan een significante bijdrage leveren.