Voor het bepalen van geotechnische eigenschappen en het karakteriseren van de lagen in de ondergrond kunnen wij in het geotechnisch laboratorium van SOCOTEC een breed scala aan classificatieproeven uitvoeren. 

Deze proeven kunnen worden verricht conform diverse geldende normen zoals de ISO 17892 series, de RAW 2020 proeven of de indextesten beschreven in de NEN-EN-ISO 14688-2:2019+NEN8991:2020. 

Volumegewicht & Watergehalte Bepaling 

In het geotechnisch laboratorium kunnen wij voor u het droge en natte volumegewicht bepalen alsmede het watergehalte; parameters die als cruciaal worden beschouwd bij elke geotechniek project. Het volumegewicht is van groot belang bij geotechnische onderzoek om bijvoorbeeld de terreinspanning nauwkeurig te berekenen en/of om de lagen in de ondergrond te karakteriseren. 

Bij de uitvoering van de proef wordt met behulp van een steekring met een bekend volume een monster gestoken uit een ongeroerd monster. De inhoud van de ring wordt gewogen, daarna minstens 16 uur gedroogd in een oven bij 110 graden Celsius en, als het monster droog is, nogmaals gewogen. Zo wordt het natte en droge volumegewicht en het watergehalte bepaald. Vervolgens kan met deze waarden ook andere parameters berekend en/of afgeleid worden zoals de verzadigingsgraad. 

image background

Neem contact op met

inge-van-gelder

PhD, Inge van Gelder

Hoofd geotechnisch laboratorium

Hoofd geotechnisch laboratorium

lab@socotec-geotechnics.nl +31 6 46927310
Sjoerd 't Hart

Sjoerd ’t Hart

Medewerker Laboratorium

Medewerker Laboratorium

lab@socotec-geotechnics.nl +31 6 21442536
image background

Indexproeven

Bepaling Soortelijke Massa Vaste Gronddelen

indexproeven

Bij SOCOTEC Geotechnics wordt voor het bepalen van soortelijke massa van vaste gronddelen een helium pycnometer gebruikt. De testresultaten kunnen o.a. worden gebruikt om het poriënvolume, poriëngetal en verzadingsgraad nauwkeurig te berekenen. 

Bij het bepalen van de soortelijke massa van vaste gronddelen wordt eerst het monstermateriaal gedroogd bij 110oC. Daarna wordt het fijngemalen en wordt minimaal 10 gram ingewogen en in een drukkamer geplaatst. Vervolgens wordt er helium in de kamer gepompt, onder constante temperatuur. Wanneer er een drukevenwicht is tussen de kamers kan de soortelijk massa vaste gronddelen bepaald kan worden met behulp van de algemene gaswet. 

Bij SOCOTEC Geotechnics wordt voor het bepalen van soortelijke massa van vaste gronddelen een helium pycnometer gebruikt. De testresultaten kunnen o.a. worden gebruikt om het poriënvolume, poriëngetal en verzadingsgraad nauwkeurig te berekenen. 

Bij het bepalen van de soortelijke massa van vaste gronddelen wordt eerst het monstermateriaal gedroogd bij 110oC. Daarna wordt het fijngemalen en wordt minimaal 10 gram ingewogen en in een drukkamer geplaatst. Vervolgens wordt er helium in de kamer gepompt, onder constante temperatuur. Wanneer er een drukevenwicht is tussen de kamers kan de soortelijk massa vaste gronddelen bepaald kan worden met behulp van de algemene gaswet. 

image background

Indexproeven

Organisches stof & Kalkgehalte

indexproeven

In het geotechnisch laboratorium kunnen wij voor u het gehalte organische stof en het kalkgehalte met behulp van twee verschillende methode bepalen. Het betreft voor beide gehaltes een gloeiverlies en een chemische methode. Lees hier meer over deze twee methodes voor zowel het gehalte organische stof als kalkgehalte. In beide gevallen wordt het materiaal initieel voor 16 tot 24 uur gedroogd bij 110oC.

Het indexeren van het organische stof en kalkgehalte is belangrijk om de grond verder te kunnen karakteriseren waarbij er specifiek ook meer inzicht wordt verkregen over het afzettingsmilieu van de grondlaag. Het gehalte aan organische stof heeft ook een grote invloed op het geotechnisch gedrag van de grond en kan daarom een belangrijke aanvulling zijn van de beschikbare data voor een project in de geotechniek.

In het geotechnisch laboratorium kunnen wij voor u het gehalte organische stof en het kalkgehalte met behulp van twee verschillende methode bepalen. Het betreft voor beide gehaltes een gloeiverlies en een chemische methode. Lees hier meer over deze twee methodes voor zowel het gehalte organische stof als kalkgehalte. In beide gevallen wordt het materiaal initieel voor 16 tot 24 uur gedroogd bij 110oC.

Het indexeren van het organische stof en kalkgehalte is belangrijk om de grond verder te kunnen karakteriseren waarbij er specifiek ook meer inzicht wordt verkregen over het afzettingsmilieu van de grondlaag. Het gehalte aan organische stof heeft ook een grote invloed op het geotechnisch gedrag van de grond en kan daarom een belangrijke aanvulling zijn van de beschikbare data voor een project in de geotechniek.

image background

Indexproeven

Bepaling Korrelverdeling Van 2 µm TOT 63 Mm

indexproeven

Met een korrelverdeling kan het geotechnische laboratorium van SOCOTEC Geotechnics heel nauwkeurig de verdeling van de korrelgroottes van (zeer) grove of fijne grond voor u worden geanalyseerd. Deze korrelverdeling wordt gebruikt om de grond te classificeren en kan bijvoorbeeld ook gebruikt worden om de indicatieve doorlatendheid (k-waarde) van het materiaal te bepalen. 

De korrelverdeling wordt uitgezet op een grafiek en vormt dan een curve, de zogenaamde zeefkromme. Als de zeefkromme steil is dan is er voornamelijk dezelfde korrelgrootte aanwezig, waardoor het zand makkelijk water doorlaat. Bij een geleidelijke zeefkromme, ook wel een s-curve genoemd, zijn er verschillende korrelgroottes aanwezig, met als gevolg dat de porositeit kleiner word. Dit heeft tot gevolg dat de grond een slecht doordringbare laag vormt en ook stevig gecompacteerd kan zijn. 

Met een korrelverdeling kan het geotechnische laboratorium van SOCOTEC Geotechnics heel nauwkeurig de verdeling van de korrelgroottes van (zeer) grove of fijne grond voor u worden geanalyseerd. Deze korrelverdeling wordt gebruikt om de grond te classificeren en kan bijvoorbeeld ook gebruikt worden om de indicatieve doorlatendheid (k-waarde) van het materiaal te bepalen. 

De korrelverdeling wordt uitgezet op een grafiek en vormt dan een curve, de zogenaamde zeefkromme. Als de zeefkromme steil is dan is er voornamelijk dezelfde korrelgrootte aanwezig, waardoor het zand makkelijk water doorlaat. Bij een geleidelijke zeefkromme, ook wel een s-curve genoemd, zijn er verschillende korrelgroottes aanwezig, met als gevolg dat de porositeit kleiner word. Dit heeft tot gevolg dat de grond een slecht doordringbare laag vormt en ook stevig gecompacteerd kan zijn. 

image background

Indexproeven

Korrelvorm Beschrijving En Fotografie

indexproeven

Voor het bepalen van de korrelvorm wordt er gekeken naar een combinatie van de hoekigheid, de sfericiteit en de ruwheid van de korrels. De verschillende type korrelvormen worden beschreven volgens ‘Powers’ en staan ook vermeld in de NEN-EN-ISO 14688-1:2019+NEN8990:2020. In het geotechnisch laboratorium van SOCOTEC Geotechnics kunnen wij voor u deze korrelvorm microscopisch bepalen en fotografisch vastleggen.

Bij (zeer) grove gronden is de hoekigheid van de korrel erg belangrijk, omdat het van grote invloed is op de hoek van inwendige wrijving en de compactie van het materiaal. Ook geeft de korrelvorm veel aan over het type en lengte van transport dat de korrels hebben ondergaan. Dit geeft dus inzicht in de sedimentologische processen van de zandlagen.

Voor het bepalen van de korrelvorm wordt er gekeken naar een combinatie van de hoekigheid, de sfericiteit en de ruwheid van de korrels. De verschillende type korrelvormen worden beschreven volgens ‘Powers’ en staan ook vermeld in de NEN-EN-ISO 14688-1:2019+NEN8990:2020. In het geotechnisch laboratorium van SOCOTEC Geotechnics kunnen wij voor u deze korrelvorm microscopisch bepalen en fotografisch vastleggen.

Bij (zeer) grove gronden is de hoekigheid van de korrel erg belangrijk, omdat het van grote invloed is op de hoek van inwendige wrijving en de compactie van het materiaal. Ook geeft de korrelvorm veel aan over het type en lengte van transport dat de korrels hebben ondergaan. Dit geeft dus inzicht in de sedimentologische processen van de zandlagen.

image background

Indexproeven

Bepaling Consistentiegrenzen Volgens Atterberg

indexproeven

Voor het bepalen van de consistentiegrenzen van fijne grond bieden wij u twee mogelijkheden: bepaling van de vloeigrens met behulp van de Fallcone methode of met de Casagrande methode. Naast dat één van deze twee methode uitgevoerd moeten worden voor het bepalen van de vloeigrens dient ook de uitrolgrens bepaald te worden; de vloeigrens, uitrolgrens en daarmee de plasiteitsindex worden samen de Atterbergse grenzen genoemd. Het verschil tussen de Fallcone en de Casagrande methode alsmede de bepaling van de uitrolgrens wordt hier verder toegelicht.

Het bepalen van de consistentiegrenzen van fijne gronden kan worden uitgevoerd om de bewerkbaarheid van de te grond in beeld te brengen en om de classificatie van de grond (klei versus silt) nauwkeurig te kunnen bepalen. De classificatie van fijne grond is van groot belang voor het schematiseren van de gelaagdheid van de ondergrond. 

Voor het bepalen van de consistentiegrenzen van fijne grond bieden wij u twee mogelijkheden: bepaling van de vloeigrens met behulp van de Fallcone methode of met de Casagrande methode. Naast dat één van deze twee methode uitgevoerd moeten worden voor het bepalen van de vloeigrens dient ook de uitrolgrens bepaald te worden; de vloeigrens, uitrolgrens en daarmee de plasiteitsindex worden samen de Atterbergse grenzen genoemd. Het verschil tussen de Fallcone en de Casagrande methode alsmede de bepaling van de uitrolgrens wordt hier verder toegelicht.

Het bepalen van de consistentiegrenzen van fijne gronden kan worden uitgevoerd om de bewerkbaarheid van de te grond in beeld te brengen en om de classificatie van de grond (klei versus silt) nauwkeurig te kunnen bepalen. De classificatie van fijne grond is van groot belang voor het schematiseren van de gelaagdheid van de ondergrond. 

Meer weten over onze missies?

image background

Neem contact op met

inge-van-gelder

PhD, Inge van Gelder

Hoofd geotechnisch laboratorium

Hoofd geotechnisch laboratorium

lab@socotec-geotechnics.nl +31 6 46927310
Sjoerd 't Hart

Sjoerd ’t Hart

Medewerker Laboratorium

Medewerker Laboratorium

lab@socotec-geotechnics.nl +31 6 21442536